Het aanleggen van een waterbassin kan de beschikbaarheid van zoet water op bedrijfsniveau vergroten. Een waterbassin is een maatregel op perceelsniveau en valt onder uw verantwoordelijkheid als eigenaar of gebruiker. Hieronder leest u wat we onder een waterbassin verstaan, met welke ruimtelijke aspecten u rekening moet houden en welke voorwaarden het waterschap hanteert bij de aanleg en het gebruik van een waterbassin. Onze opzichters kijken graag met u mee naar de mogelijkheden! 

Definitie

Met een waterbassin bedoelen we een kunstmatig aangelegd waterreservoir dat losstaat van het oppervlaktewatersysteem. 

Landschappelijke inpassing

Voor de aanleg van een waterbassin is een gemeentelijke omgevingsvergunning nodig. Zeeuwse gemeenten proberen zo veel mogelijk één lijn te trekken in de vergunningverlening voor landschappelijke inpassing, toch kan het per gemeente verschillen. Vraag daarom bij uw gemeente na welke regels er voor u gelden om een waterbassin aan te leggen. Qua regelgeving maakt het verschil of het waterbassin binnen of buiten het bouwvlak komt. De provinciale verordening schrijft daar nu (2022) nog een concentratie op het bouwvlak voor, waarschijnlijk wordt deze regel in 2023 versoepeld. Bij afgravingen van meer dan 1000 m3 is ook een provinciale ontgrondingsvergunning vereist.

Voorwaarden waterschap

Bij de aanleg en gebruik van een waterbassin zijn er vanuit het waterschap ook een aantal aspecten waarmee u rekening moet houden. Het gaat hierbij om:

  • Waterveiligheid
  • Wegbeheer
  • Waterbeheer

Waterveiligheid

Voor de waterveiligheid is het van belang dat in de directe omgeving van een waterkering geen activiteiten plaatsvinden die een negatief effect kunnen hebben op de stabiliteit van de waterkering of het onderhouden van de waterkering kan belemmeren. Langs zowel primaire- als regionale waterkeringen liggen daarvoor beschermingszones. De ligging van de waterkeringen en de beschermingszones kunt u vinden op de ‘Legger Waterkeringen 2012’
Binnen de beschermingszones is een watervergunning nodig voor de aanleg van waterbassins. Er wordt geen vergunning verleend voor de ondergrondse opslag van water binnen het waterstaatswerk en in de beschermingszone A van primaire waterkeringen. 

Wegbeheer

Voor veiligheid op de weg en doorstroming van het verkeer, is het van belang dat de waterbassins worden aangelegd langs polderwegen die geschikt zijn voor watertransporten per as. De waterbassins mogen het zicht op de weg niet nadelig beïnvloeden. In veel gevallen is een vergunning nodig voor de aanleg van een waterbassin. U kunt hiervoor een check doen via het omgevingsloket.

Waterbeheer

Ontwerp en aanleg
Bij het ontwerp en de aanleg van het waterbassin zijn er meerdere aspecten waar rekening mee gehouden dient te worden:

  • Afhankelijk van de aanlegdiepte is er wellicht een bemaling noodzakelijk. De regelgeving voor bemalingen kunt u vinden op de pagina over grondwater
  • Voor het aanbrengen van een grondwal langs een legger waterloop zijn algemene regels opgesteld. Het is mogelijk om zonder vergunning een grondwal aan te leggen mits de waterloop, van insteek tot insteek, niet breder is dan 14,0 m en er een onderhoudsstrook wordt vrijgehouden van minimaal 5,0 m breed. Bij waterlopen breder dan 14 m is er geen ontheffing mogelijk om binnen de zone van 7,00 m een grondwal aan te leggen. Op de website vindt u de ‘Legger oppervlaktewaterlichamen’. Bekijk ook ‘Regelgeving grondwallen’ voor meer informatie.   
  • Bij de inrichting van het waterbassin moet rekening gehouden worden met een ‘controleerde overstromingsmogelijkheid’. Dit zorgt ervoor dat bij een vol bassin op een gecontroleerde manier wordt ‘overgeslagen’ naar het oppervlaktewatersysteem. Deze maatregel voorkomt onverwachte ‘afkalving’ van  de oever van het oppervlaktewatersysteem. 

Op de kaart ‘Legger oppervlaktewaterlichamen’ kunt u zelf, via een meetlat, de bovenbreedte van de waterloop bepalen. Bij vragen of onduidelijkheden kunt u ook contact opnemen met de opzichter. 

Vullen waterbassin

Voor het vullen van een waterbassin zijn de volgende bronnen toegestaan: 

  1. water uit de landbouwwaterleiding, waarbij het bassin dan functioneert als buffervat om drukverlies in de leiding te voorkomen;
  2. afstromend hemelwater van verharding en bedrijfsgebouwen; 
  3. water uit de afvoerdrains;
  4. oppervlaktewater uit een watergang.

Voor de eerste drie genoemde bronnen om het waterbassin te vullen, is geen melding of vergunning nodig van het waterschap. Indien het waterbassin gevuld wordt met oppervlaktewater vanuit een watergang is een vergunning verplicht. Deze vergunning wordt op jaarbasis verleend. In deze vergunning is opgenomen op welke kadastrale percelen het water gebruikt mag worden. In het kort komen de voorwaarden voor onttrekking van oppervlaktewater op het volgende neer: er mag water onttrokken worden zolang er voldoende water beschikbaar is. Dit wordt bepaald op basis van een vastgesteld waterpeil bij een benedenstroomsgelegen stuw. Dit geldt voor zowel de zomer- als wintersituatie. De benodigde vergunning kunt u aanvragen via het Omgevingsloket

Grondwater

Het is niet toegestaan om een waterbassin te vullen met grondwater. Ook voor kleine onttrekkingen waarvoor nu nog geen melding of registratieplicht is, komen binnenkort aanvullende regels. 

Zoete grondwaterbronnen zijn schaars in Zeeland. Uitgangspunt is duurzaam gebruik om deze zoetwaterbronnen in stand te houden. Dat betekent dat het onttrokken zoete water bij meldingsplichtige onttrekkingen uitsluitend bestemd is voor de beregening van het perceel of percelen waar de onttrekkingsinrichting is gelegen. Op deze manier vloeit een deel van het onttrokken grondwater weer terug naar de zoetwaterlens in de bodem. Samen met het neerslagoverschot zorgt het water dat terugvloeit ervoor dat de zoetwaterlens dynamisch in evenwicht blijft. 

Door transport van water naar andere locaties zou er op de locatie meer zoet grondwater onttrokken worden dan er jaarlijks via infiltratie kan worden aangevuld. Dit houdt in dat er bij transport per definitie sprake is van een inkrimping van de zoetwaterlens op het perceel of de groep van percelen waar zoet grondwater wordt onttrokken. Het transporteren en eventueel verkopen van het onttrokken grondwater is daarom niet toegestaan.

Graven

Gaat u (laten) graven met een machine? Om gevaarlijke situaties te voorkomen bent u wettelijk verplicht vooraf een graafmelding bij het Kadaster te doen. Dit heet ook wel KLIC-melding. KLIC staat voor Kabels en Leidingen Informatie Centrum. U kunt uw melding doen via het Kadaster