Dit blijkt uit een onderzoek dat waterschap Scheldestromen heeft laten uitvoeren onder de Zeeuwse bevolking. Dit onderzoek werd in december (2022) en januari uitgevoerd door het HZ Kenniscentrum Zeeuwse Samenleving. In totaal werden 2.000 inwoners van Zeeland benaderd. Maar liefst 895 respondenten vulden de enquête in. Dijkgraaf Toine Poppelaars: “Ik ben erg blij met de hoge respons bij het invullen van de enquête. Het vertrouwen van de Zeeuwse burger in onze dijken is erg mooi. Maar dit betekent niet dat het waterschap stil kan zitten. De zorg voor veilige dijken is een voortdurend proces. We kunnen het ons niet permitteren om ook maar een moment achterover te leunen. Veiligheid tegen overstromingen is niet gratis. In een provincie als Zeeland met veel water en dijken en relatief weinig inwoners is dit een punt van zorg. Hiervoor vraagt het waterschap nadrukkelijk aandacht bij het Rijk!”

Het onderzoek dat het waterschap liet uitvoeren ging over hoe Zeeuwen de dreiging van de zee op de directe woonomgeving ervaren en hoe zij aankijken tegen de ernst en de effecten van klimaatverandering in het algemeen. Daarnaast werd ingezoomd op mogelijke manieren waarop kustversterking kan plaatsvinden. 57% van de respondenten is bereid om hiervoor 50 tot 80 euro (of meer) per jaar aan extra waterschapsbelasting te betalen. Daarnaast zien de respondenten dijkversterkingen liever ten koste gaan van landbouwgronden of recreatieterreinen dan dat hier natuurgebied of (cultuur)historische objecten voor verloren gaan.

Dijkgraaf Poppelaars: “Eerder bleek uit een landelijk onderzoek dat Scheldestromen het bekendste waterschap is onder haar inwoners. 71% van de Zeeuwen kent Scheldestromen, tegenover 53% gemiddeld bij inwoners van andere waterschappen. De Zeeuwen hebben van oudsher een relatie met het water. Ook de gevolgen van de Watersnoodramp van 1953 zijn verankerd in het collectieve geheugen van deze Provincie. Waterveiligheid is een kerntaak van het waterschap en de uitkomsten van dit onderzoek zullen we dan ook gebruiken als bouwsteen voor het nieuwe bestuursprogramma dat na de verkiezingen van 15 maart geschreven wordt!”